Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [24]Uw gedachtenissen zijn [25]gelijk as, uw [26]hoogten als hoogten van leem. 24. Dat is, al wat men u heerlijks bedenken mag, als uw staat, macht, naam, leven. 25. Hebreeuws, gelijkenissen van as. De zin is: Wat in u groots en voortreffelijks zou mogen wezen, is in vergelijking met God niets dan as, die lichtelijk verwaait of vervliegt, en als eenhoop leem, die van kleine waarde is; hoe ontziet gij dan God niet? En zou Hij uw onnutte, krachteloze en onbillijke voorspraak behoeven? 26. Anders, uwe ruggen; dat is, lichamen, als de lichamen van leem; datis, tezamen van een aarden en slijkerige stof; hoe zoudt gij dan u voor God niet ontzetten?